Wanneer we denken aan ADHD, denken we vaak aan iemand die druk gedrag vertoont en weinig concentratie heeft. Dit klopt ook. Mensen met ADHD hebben vaak last van concentratieproblemen, doen impulsieve dingen en zijn erg druk. Deze problemen beginnen meestal in de kindertijd. Toch wordt de diagnose ADHD soms te snel gegeven.
Het label ADHD
Gemiddeld 1 op de 15 kinderen wordt gediagnostiseerd met een label, zoals bijvoorbeeld ADHD. Deze diagnose wordt vaak gegeven wanneer het kind op school zit. Hierdoor wordt het initiatief voor onderzoek vaak genomen door de ouders of de school van het kind. Soms heeft een kind echt last van de symptomen van ADHD, maar soms wordt het label te snel gegeven omdat we in de huidige maatschappij een verwachtingspatroon hebben van hoe een kind zich hoort te gedragen. Een label kan stigmatiserend werken voor een kind. Wanneer het kind te snel een classificatie krijgt, gaat hij of zij zich hier ook naar gedragen.
Er wordt soms gedacht dat een label permanent is, maar dit hoeft niet zo te zijn. Het kan zijn dat jouw omgeving of opvoeding veranderd is. Hierdoor kunnen de symptomen van ADHD verminderen of zelfs verdwijnen. Ook door training of oefening kunnen symptomen worden opgelost. Het is dus niet zo dat als je vroeger ADHD had, je dit voor altijd hebt.
DSM-kwalificatie
Waar is een ADHD-classificatie nu eigenlijk op gebaseerd? Een classificatie voor psychische aandoeningen wordt gedaan aan de hand van de DSM. Dit is het Diagnostic and Statistic Manual of Mental Disorders. ADHD wordt geclassificeerd aan de hand van 5 pijlers:
- Onoplettendheid, Hyperactiviteit en impulsiviteit
- Symptomen waren voor het twaalfde jaar aanwezig
- Enkele beperkingen uit de groep symptomen zijn in verschillende omgevingen (school of werk) aanwezig.
- Er moet een significante beperking zijn op het dagelijks functioneren.
- De symptomen zijn niet het gevolg van andere psychische stoornissen.
Een aantal onderzoekers geven aan dat ADHD als een aandoening behandelen, en dan vooral met medicatie, niet de juiste methode is. Het is beter om het als een set symptomen te behandelen. Een diagnose doormiddel van een vaste set aan kwalificaties geeft weg dat iedereen met ADHD hetzelfde zou zijn. Dit is niet het geval. Elk kind is anders en de symptomen van ADHD kunnen veroorzaakt worden door veel verschillende dingen. Het zou bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat een kind zich niet kan concentreren, omdat zijn ouders thuis veel ruzie maken.
Neurologisch onderzoek ADHD
Er is veel onderzoek gedaan naar ADHD en het brein. Toch is er nog steeds geen bewijs dat de hersenen van mensen alle met ADHD verschillen van de hersenen van alle mensen zonder ADHD. In de onderzoeken komen namelijk groepsverschillen naar voren. Deze verschillen op groepsniveau kunnen we nooit zomaar vertalen naar het individu. Het is ook logisch dat er verschillen zijn tussen mensen met ADHD en mensen die dit niet hebben. Deze mensen hebben namelijk ook moeite met bijvoorbeeld concentratie of impulscontrole, maar dit kan dus ook andere oorzaken hebben. Het is dus iets te kort door de bocht om te zeggen dat iedereen met bepaalde afwijkingen in het brein die passen bij ADHD, ook daadwerkelijk ADHD heeft.